Aziz beschuldigde de VS er ook van niet open te staan voor dialoog. Hij herhaalde de Iraakse uitnodiging aan leden van het Amerikaans Congres en door hen geselecteerde experts om sites in Irak te bezoeken ‘waar zogezegd wapens voor massavernietiging opgeslagen liggen’. / Rossel-topman Paul Callebaut zoekt tevens toenadering tot Uitgeversbedrijf Tijd en noemt een bod ‘niet onmogelijk’. Topman Christian van Thillo van De Persgroep wil de leiding hierover aan Rossel overlaten maar is niet gekant tegen dialoog. / De Japanse premier, Junichiro Koizumi, liet dinsdag op de wereldtop in Johannesburg weten dat hij geen dialoog wil voeren met Noord-Korea, zolang het bewind Pyongyang geen duidelijkheid verschaft over het lot van de Japanse burgers die verdwenen in de jaren 1970-1980.
loog over het wezen van de dialoog, getiteld ‘Naswoensdag of: de intocht van Giordano Bruno in Amsterdam’. Daarin stelt de tot het neo-liberalisme bekeerde Plato: ‘De meeste mensen hebben het goed, behalve die miljoenen die het niet goed hebben, maar die wonen hier niet en als ze hier wel willen komen wonen, kan dat niet en zullen ze formulieren moeten invullen totdat ze ongeneeslijk ziek worden en sterven.’ Tegen dit soort uitspraken valt natuurlijk verzet aan te tekenen, maar het is nog maar de vraag of dat in een dialoog met de machthebbers mogelijk is. We worden in een dialoog vooral geacht een geponeerde waarheid te beamen. Om met apostel nr. 14 te spreken: Simplex difficilissimus est. Logicus est. Oftewel: ‘Da's Logisch!’. Daarom moeten we ook altijd in dialoog blijven, zoals Bindervoet en Henkes ooit schreven:
- We moeten in dialoog blijven.
- Dat zeggen toch alleen maar de grootste tirannen? Niet alleen in de politiek maar ook in het gezinsleven.
In het dossier Tweespraak wordt dat idealistische begrip ‘dialoog’ in verschillende essays kritisch tegen het licht gehouden. Enerzijds bestaat er bij de schrijvers een groot wantrouwen ten opzichte van het begrip dat verworden is tot een stopwoord in de politiek en de kunsten (wie weigert er tegenwoordig nog ‘de dialoog aan te gaan met het publiek’?). Anderzijds koesteren de auteurs een warme belangstelling voor wat je ‘het wezen van de dialoog’ kunt noemen. Want wat is dat eigenlijk, een dialoog? ‘Voor veel beginnende schrijvers is de dialoog een regelrechte ramp,’ schrijft Renate Dorrestein in haar handboek voor beginnende schrijvers Het geheim van de schrijver ‘Zodra personages hun mond open doen, willen ze maar niet klinken als echte mensen. Het nastreven daarvan is echter een grote vergissing. Een fictieve dialoog lijkt in niets op een echt gesprek.’ De analyse van Dorrestein snijdt hout. En helaas tref je de storend ongeloofwaardige dialogen niet alleen aan bij beginnende schrijvers. Maar haar oplossing lijkt wat makkelijk. Want wat is dat eigenlijk, een