Menasse is ook vertegenwoordigd in onze goed gevulde postbus 245, met een rede die hij bij de uitreiking van de Erich-Fried-Preis 2003 in het Literaturhaus te Wenen hield: ‘“Lot” in tijden van globalisering’. Nadat de Verlichting de mens bevrijdde van zijn Lot door hem keuzemogelijkheden te geven, lijken we nu weer teruggekeerd naar een wereld waarin ons Lot opnieuw al op voorhand bezegeld lijkt te zijn. ‘Waar tenminste één continent aanspraak op maakte, namelijk het denken in alternatieven, is wereldwijd opgegaan in alternatiefloze beaming, globalisering, dus voortijd van de nieuwe tijd. Als schadeloosstelling voor het verlies van zelfbeschikking wordt ons tevredenheid op een hoger niveau van de productiekrachten aangeboden - we hebben, lijkt het, het aanbod aangenomen,’ schrijft Menasse. De vraag is wat we vandaag de dag nog tegenover dat ‘geglobaliseerde lot’ zouden kunnen stellen.
Misschien een tekst als die van Alain Badiou over de Franse hoofddoekwet. Dit kritische ‘opiniestuk’ (aanhalingstekens zijn verplicht: Badiou heeft een hekel aan opinies) kan als een epiloog worden beschouwd bij yang 1.2004, waarin een dossier stond dat geheel aan deze controversiële Franse filosoof was gewijd. De postbustekst werd eerder in een kortere versie in de Groene Amsterdammer geplaatst. Vreemd genoeg wilde geen enkele Vlaamse kwaliteitskrant het artikel publiceren. Men meende dat de hele kwestie bij ons niet meer zo actueel zou zijn. Dat gaat natuurlijk niet op. Juist in Vlaanderen ligt het debat nog op de plank. Vlaams minister van Onderwijs en Vorming Marleen Vanderpoorten (VLD) heeft al aangekondigd het debat graag te willen voeren, na de verkiezingen, op een voorbeeldige, ‘serene’ nanier. Badiou stelt de zaken alvast op scherp: ‘We hebben de oorlogen die we verdienen. In onze van angst doordrongen wereld gooien grote bandieten zonder pardon bommen op bloedeloze landen. Middelgrote bandieten voeren gerichte moordaanslagen uit op wie hun in de weg staat. Kleine bandietjes maken wetten tegen hoofddoeken. Men kan zeggen dat dat allemaal niet zo erg is. Inderdaad. Het is minder erg. Voor wijlen de Rechtbank der Geschiedenis krijgen we vast verzachtende omstandigheden: “Hij [president Chirac] was een expert in haarkapsels en speelde slechts een kleine rol..”’
Jan Lauwereyns reageert in deze postbus impliciet op de kritiek die óók in dit blad verscheen (in yang 2003-3) naar aanleiding van zijn in 2003 gepubliceerde roman Monkey business. In ‘Over het verraderlijke perspectief van een aap’ vraagt Lauwereyns opnieuw aandacht voor het perspectief van waaruit die roman verteld werd, het perspectief van de aap Haruki. Haruki nam op het einde van de roman duidelijk stelling tegen om het even welke dierproeven. Lauwereyns maakt in zijn essay duidelijk dat er gegronde redenen zijn om de identiteit van hoofdpersoon en auteur in twijfel te trekken. Uit zijn essay blijkt