Kees 't Hart
Waarom ik schrijf
Ik durf er veel onder te verwedden dat mijn schrijven verbonden is met de manier waarop ik heb leren lezen. Lezen en schrijven leer je onder begeleiding: van ouders, vriendjes en van school. Ik denk dat ik dit gevoel nooit helemaal ben kwijtgeraakt. Ik lees en ik schrijf onder toezicht. Ik ben onder curatele geplaatst. Vandaar vermoedelijk mijn weerzin vlak voordat ik daadwerkelijk ga schrijven: ik weet dat ik mij weer in gevangenschap begeef, dat mijn bewakers uit alle hoeken en gaten tevoorschijn zullen komen. De onbevrijding loert.
Schrijvers beweren vaak dat ze zichzelf ‘helemaal vrij’ maken voordat ze gaan schrijven. Een mooie gedachte die ik natuurlijk helemaal onderschrijf omdat ze goed aansluit bij wat men in de cultuurbijlagen wil horen. Grote kunstenaars zijn niet alleen altijd compleet zichzelf, maar ze zijn ook vrij, is het idee, ze zijn meer bevrijd dan wie dan ook. Ook beschikken zij over een ‘eigen stijl’ en zijn ze in staat hun bevrijding in fraaie woorden te formuleren. Mijn schaamte is plaatsvervangend.
Misschien heeft mijn gevoel van gevangenschap ook te maken met het idee dat ik een prooi ben, dat ik als schrijver beschikbaar moet zijn opdat mijn werk in de handen van lezend publiek kan vallen. De jacht is geopend. Overal zijn lezers en ze wachten op hun prooi. Vandaar mijn voorkeur voor literatuur die men onleesbaar noemt. Boeken die nergens over gaan, geschriften zonder kop