Savinio's vaststelling indachtig, zal yang ook in deze jaargang weer vaak onopgemerkt voorbijflitsende literaire en culturele verschijnselen voor de lens halen. Oud of jong, yangs aandacht zal telkens gaan naar de vele soorten lenzen waarover we tegenwoordig beschikken, en naar de vele invalshoeken van waaruit we tegenwoordig kijken. De opzet kan niet langer zijn een bewegende wereld te schetsen. Het komt erop aan fragmenten eruit te bevriezen, te betasten en voor nu en altijd te verzamelen in een nieuw geheel.
Hoe ver het oog kan kijken, hangt onder meer af van de obstakels die het blikveld kruisen. Onze nieuwe writer in residence Jeroen Theunissen (1977), die in deze jaargang zijn gang mag gaan, wordt alvast van elk obstakel verlost. Theunissen ontplooit in dit nummer zijn gebalde stijl voor U, een stijl die belooft dat we nog heel wat zullen leren zien. ‘Een en al oog’ is ook Felix Hartlaub, van wie Kris Lauwerys een aantal oorlogsimpressies uit de jaren veertig vertaalde. In de boekhandel stond Maarten de Pourcq op de uitkijk naar de nieuwe Tonnus Oosterhof. Marc Reugebrink nam voor de gelegenheid de nieuwe Jos Joosten onder de loep. Marc Robbemond focust op zichzelf in enkele gedichten.
Lieve lezer, op Uw hand rust het nieuwe jasje van yang, ontworpen door het collectief Gestalte. Een moderne yang dus, voor U en altijd.
De redactie