Sabine Hillen publiceert voornamelijk over moderne en hedendaagse Franse teksten, met een bijzondere aandacht voor wat zich op de grens bevindt tussen sociologie en literatuur of filosofie en literatuur. Doceert binnen het departement Romaanse taal- en letterkunde (UA) moderne poëzie en hedendaagse literatuur.
Rokus Hofstede (1959) woont en werkt in Brussel. Vertaalde van Bourdieu Les règles de l'art (De regels van de kunst, 1994) en Sur la télévision (Over televisie, 1998). Vertaalde verder werk van o.m. Pierre Michon, Georges Perec, Clement Pansaers en werkt momenteel o.a. aan een vertaling van Roland Barthes. Schrijft over Franse literatuur voor de Volkskrant.
Lucas Hüsgen (1960) is dichter, schrijver en vertaler. Recentelijk verscheen bij Querido zijn tweede roman, Het meisje in blauwe zijde. Hij werkt aan een essaybundel.
Piet Joostens (1972) is redacteur van yang. Publiceerde in 1998 de roman Aladdin in Brussel en werkt aan een nieuw boek dat Nieuwe opruimtechnieken gaat heten. Woont in Brussel en rookt Camel.
Nico Krols (1971) is journalist (De Morgen) en hoofdredacteur van Weliswaar (tijdschrift van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur), programmeert films voor KFL en is lid van de filmkeuring.
Vivian Liska, professor voor moderne Duitse literatuur aan de Universiteit Antwerpen (UIA). Projectleider van het volume ‘Modernisme’ in de ICLA-reeks ‘History of the European Literatures’ en directeur van het Instituut voor Joodse Studies aan de Universiteit Antwerpen. Belangrijkste publicaties: Die Nacht der Hymnen. Paul Celans Gedichte 1938-1944 (1993), Die Dichterin und das schelmische Erhabene (1997); ‘Die Moderne - Ein Weib’ (2000). Essays en artikelen over Nietzsche, Kafka, Benjamin, Arendt, de Man, Celan, Kofman, Uwe Johnson, Martin Walser, Ilse Aichinger, Rahel Varnhagen, Maurice Blanchot.
Bart Meuleman (1965) is deze jaargang yangs ‘writer in residence’. Hij maakt theater (recentelijk De smerige trilogie) en schrijft essays en gedichten.
Gert Morreel is een echte soixante-huitard, tenminste wat zijn geboortejaar betreft. Hij heeft een haast kinderlijke fascinatie voor de (voorlopig) laatste utopische momenten in de recente geschiedenis: de periode tussen de twee wereldoorlogen en de jaren zestig.
Kristof Pastuer (1979) is licentiaat in de Germaanse Talen (Nederlands/Engels). Hij geeft momenteel les in het secundair onderwijs.