blijven onderzoeken; niet zozeer (opnieuw met dank aan De Man) het schrijven dat die genoemde aporie thematiseert, maar het schrijven dat de realiteit benadert op een onrechtstreekse manier. Theorie en praktijk van het mimetische schrijven vindt u in het dossier van deze aflevering, waarin onder meer ook in de reviewkatern ‘Die ochtend in de boekhandel’ aan de hand van recente romans (van Koen Peeters en Mark Danielewski) dezelfde kwesties aan de orde worden gesteld.
Onze writers-in-residence Pol Hoste, Pjeero Roobjee, Louis Paul Boon en J.Z. Herrenberg hebben zich de afgelopen jaren op deze terreinen bepaald ook niet onbetuigd gelaten en yang is dan ook bijzonder trots u deze jaargang een inkijk te kunnen bieden op het work in progress van [Paul Verhaeghen], die met dezelfde ambitie is gezegend: leven en dood, taal en seks, oorlog en wetenschap... daarover gaat het, altijd en overal.
Ook in dit nummer: poëzie en een essay van Thomas Kling (dit jaar op Poetry International, maar al in 1996 in yang) en een tekst van Friedrike Mayröcker. Het proza van deze belangrijke Oostenrijkse auteur werd in 1994 in dit blad en ons taalgebied geïntroduceerd door Inge Arteel, die dit jaar haar missioneringswerk dapper voortzet. Deze keer dus met een fragment uit Lektion (1994), en ook in een apart boekje met Mayröckerproza dat yang gratis aanbiedt aan al zijn abonnees. Als u, behalve omwille van onze nieuwe lay-out, op zoek was naar nóg een argument om zich te abonneren, dat hebt u dat nu gevonden.
Veel leesplezier,
de redactie