Yang. Jaargang 18(1982)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Rose Vandewalle Lijfelijk Als op een wintermorgen een schip met name Zambeze zijn touwen losgooit en heenschuivend over de rivier zijn afscheidsgroet stoot spookschip nu tussen water, lucht en nevel en vrouw katedraal lonkend haar klokken gooit over de kaaien dan breken ook uit mijn keel klinkende klanken los niet als koele kladden cijferwerk maar woorden lijfelijk als zintuigen immersimmers de rivier oehoet nu haar kronische lokroep waaraan de vluchtige vogels van mijn verbeelding onderhevig zijn en onderdanig. Wie zal nu nog mijn bronstige taal aan leibanden leggen opdat ik nog slechts woorden als proefbuiskinderen zou voortbrengen en in plaats van blauwe dromen op heenvarende schepen te laden mijn verzen zou ontbladeren tot zintuigen nog slechts dienstmeisjes zijn van hersens en taal een schietkraam van data? Vorige Volgende