Tijdschriftelijk
De tafelronde xxiv-2/3-dec. 81 - Camille Huysmanslaan 46, 2020 Antwerpen - abonn. 440 F- pcr 000-0428034-70
In 1980 overleed Jan Cox. Uit persoonlijke aantekeningen omtrent een tentoonstelling in De Zwarte Panter te Antwerpen licht Paul de Vree enkele fragmenten. Vijf bladspiegels uit de bijdrage bleven echter onbedrukt, wat tot onleesbaarheid leidt. Gaston Burssens ‘weer in de kijker’ schrijft Paul de Vree. Dat is zeker waar. Het verzameld proza van een niet meer levende, enigmatische figuur wekt belangstelling. Vijf gedichten van Willem Kuiter op één bladspiegel, b.v. ‘Zolang een vogel vliegt heeft hij vleugels’. Da's even meegenomen. Er is een kort verhaal van Patrick Bernauw: ‘De camping aan het eind van de wereld’. Graag gelezen. Paul de Vree heeft verder veel drukwerk onder de loep genomen: ‘Jagen’ van Geeraerts, performances van Pier Van Dijk en Robert Joseph ter gelegenheid van visuele poëziemanifestaties, een indrukwekkend aantal tijdschriften in de rubriek ‘Neonlicht’. Zeer terecht schrijft de Vree dat in het Yang nr. 100, in het essay omtrent de Vlaamse poëzie, te karig wordt geschreven over de Labris-dichters, de Tafelronde-dichters en de Impuls-dichters: Kazan, Stassaert, Korban, Dangin, Van der Hoeven, Adams, Bartosik. In vogelvluchtoverzichten vallen deze dichters (jammer genoeg) vaak uit de boot.
Michel Oukhow memoreert ook nog Paul Snoek. Dit dubbelnummer is zeker het lezen waard. Uit de selektie van de bijdragen blijkt niet een stug hermetisme.