Yang. Jaargang 16(1980)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 75] [p. 75] Mark Kinet Een barst op de muur weet je, lieveling, nu nog komt de dreiging van mijn donkere kinderkamer soms terug. al is de kast geen beer meer, loopt er geen lange man langs het behang. een slang kruipt als een levende liaan naar het plafond. een stille beweging, die ik volg, tot ze opeens onzichtbaar wordt (een snelle slingering, een warreling van stof). de open plek (het bed) waarop ik lig, beloert ze listig. als ik met gesloten ogen luister naar de stilte, hoor ik haar nauwelijks geslispel: ze spelt het gras heel sensueel. al is haar lafheid dan niet lui, maar lenig, ze is heel laks, heel loom: ze wacht zo lang als ik. als haar klamme huid verdroogt, verhardt, begint dat met de barst, waaruit de ganse kamer (plus ikzelf) naar buiten stulpt. Vorige Volgende