Yang. Jaargang 15
(1979)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 144]
| |
IIIk heb een hoofd dat.
Ik heb zo groot een hoofd dat.
Erg veel pijn in dat overmaatse hoofd van mij,
erg veel, soms: niet te harden.
Dan de wijzerplaat rond geslapen
met binnen handbereik de tranquillizers.
En bang geworden!
Bang dat het in geen vers te vatten is:
Cisko Pike op den dool, belazerd en verdoofd.
En op den duur dat splijtende verdriet
van hij die schreef onder de naam Jotie T'Hooft.
Of het strafrecht van tefal en valium
d.i. de sleur en de sloom van het huishouden
waar het aura van een jonge vrouw
te dagelijks in wegsist als te onbenullige
vegen in een doodgewone pan.
Niets te tornen aan de conditie van de dichter.
Niets aan zijn angst voor de reinaardij
der doe-het-zelvers en handelaren. Niets
aan zijn huiver voor de mimicry
der zogenaamd gelijkgezinden. Alleen dit:
te schrijven met de hoed der wanhoop op.
Joris Denoo
|
|