Yang. Jaargang 15(1979)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 143] [p. 143] [Gedicht] Ik wandel over het broze water als over het leven van een ander en handel, verweven met de koele lucht tussen de straten en boven de daken, verwezen. Alle dagen wijzen in een eendere richting, wrijven in mijn lichaam de uren die blijven komen; elke nacht strooi ik as op mijn hoofd en laat me bestijgen door een onverbeelde pracht. Liever zou ik niet willen aarzelen vóór de platgetreden paden, liever zou ik de warmte willen delen; blindelings leven in het vertrouwde huis. Ik handel alleen, en bewonder afgesloten de gulpende en ongehoorde pracht met dichtgesnoerde keel. Toch ben ik zichtbaar getekend. Maar misschien spreek ik niet genoeg in woorden, mis ik de kennelijke gebaren van vertrouwdheid met mijzelf. Ik wanhoop niet. Dit koele leven langs de dagen is het mijne niet. Ik wandel zwijgend over water naar de nachtelijke pracht. Katrien Desiere Vorige Volgende