Nieuw-realisme in Vlaanderen
In de zestiger jaren waren er in Vlaanderen een aantal kunstenaars aan het werk die terug de relatie tussen het schilderij en de werkelijkheid legden. Iemand als Pol Mara deed dit via het inschakelen van een eigentijdse iconografie en via het integreren van moderne technieken.
Raveel van zijn kant was reeds van 1950 af met een problematiek bezig waarvan men in eigen land de betekenis pas ging snappen nadat de Pop-art en de Nieuwe Figuratie in de zestiger jaren internationaal aan bod waren gekomen. Zijn schilderijen en tekeningen verenigden abstracte met figuratieve elementen, organisch geschilderde partijen met meer geometrische delen. Anderzijds doorbrak hij voortdurend de compositionele geslotenheid van het vlak door het aanbrengen van brekende kleuren, door het plots afsnijden van het gebeuren op het doek, door het scheppen van leegtes of door geschilderde delen te combineren met reële voorwerpen die een picturale werking hebben in het schilderij.
In 1966 werkten de Vlamingen Raoul De Keyser en Etienne Elias en de Nederlander Reinier Lucassen onder Raveels leiding aan de schilderingen in de keldergangen te Beervelde. Sindsdienst worden ze wel eens in één adem als schilders van De Nieuwe Visie vermeld. (Ook al liggen hun interesses anno 1973 ver uit elkaar en blijken ze thans sterk diverse persoonlijkhde te zijn). Dit geldt ook voor het huidig werk van Antoon De Clerck en Joseph Willaert. Twee kunstenaars die men bij ‘De Nieuwe Visie’ placht te rekenen.
Het werk van Pol Mara kreeg veel aandacht vanwege een groep jonge dichters uit het tijdschrift ‘Ruimten’. Zijn werk figureerde dikwijls op de kaften van dit tijdschrift, dat reeds vroeg in