Kamwielen
Wat ik in mijn vrije tijd veel ga doen, is beeldhouwen. Enfin, voor zover ge zoiets beeldhouwen kunt noemen, want het gaan konstrukties worden met oude fietswielen en verder kam- en tandraderen, kettingen en wat nog meer. Alle afgedankte mekaniek, die bij de oudijzerhandelaar of de rommelmarkt te vinden is.
En daar breng ik dan menselijke wezens tussen, vrouwen en zo, die tussen deze wielen en raderen gevat worden, die ze proberen tegen te houden of averecht te doen draaien. Of die zich ermee verzoenen of als overwinnaars van de techniek er bovenop gaan zitten.
Ouwe fietswielen heb ik al, en vorige zaterdag heeft me een jongeman een hoop kamwielen bezorgd, dat komt dus in orde. Aan de lezers durf ik niet vragen of ze me geen oude wielen en zo hebben liggen, want ik ken u, ge gaat me zodanig overstelpen dat ik zélf een oudijzerhandel kan beginnen.
Ja, en terwijl die jongeman er met zijn kamwielen was, vertelde ik ook nog, vorig jaar op de ouwe markt een ouwe soort vleesmolen te hebben zien staan. En hoe ik toen spijt had, die molen niet te hebben gekocht.
Daar had ik iets moois kunnen van maken! zei ik.
En toen antwoordde mijn vrouw hierop: maar een oude vleesmolen, die hebben we zélf! Hij ligt daar in de keuken onderaan in de kast en we gebruiken die nooit of nooit, en meer zelfs, hij ligt er al die tijd reeds in mijn weg, zodat ik al gedacht had van hem in de vuilnisbak te werpen.
Ziet ge het! Ge zoekt naar iets en het ligt in uw eigen huis, onderaan in een kast, of in de kelder of op de zolder.
Als ik met pensioen ben ga ik ook eens de bergplaats