Geestelijk liedeken
Getrokken uit de zeven werken van bermhertigheid
Stemme: Philis, mijn tweede ziel.
Aanhoort een zoet vermaan
Dit wilt de deugd ingaan,
Het zal u dienen tot een zielespijs
Die wilt doen naar 't Hemelrijk de reis.
Het is een gebod van Christus wet,
En 't is Gods woord, hier dient wel opgelet;
De zeven werken van Bermhertigheid
Die zijn den prijs der ziele zaligheid.
Reikt altijd mild de hand.
Ik ben uw God die u heeft rijk gemaakt:
Den gierigaard die wordt van mij verzaakt;
Geeft spijs en drank naar mijn gebod
Dan zult gij zijn den vriend van uwen God;
Den armen is mijn lidmaat heel present,
Want 'k spijs zijn ziel in 't heilig Sacrament.
Die dorst en honger laaft
Van hem die altijd slaaft:
Ik had ook dorst als ik hing naakt aan 't kruis.
Der booze natie van het joodsch gespuis,
Werd ik gelaafd met bitter gal
Om te betalen Adams droeven val;
Die aan den armen karitaten doet
Die zal ik spijzen met mijn vleesch en bloed.
Het bruiloftskleed al in mijn vaders woon,
Klaarblinkende als de sterren wonder schoon.
Ik ben gegeeseld openbaar
En naakt gehouden aan een pilaar:
Mijn kleed en deksel was mijn dierbaar bloed
Dat door de roeden uit mijn aders vloeid'.
Die moet gij voor logist bermhertig zijn.
Als gij zult komen voor Gods klaar aanschijn,
God zal u geven logement.
Gelijk men leest in 't oude testament:
Het huis van Abraham werd gebenedijd,
Daar bij den vreemdeling logist bereidt.
Was ook in zwaar verdriet,
Als zij tot Bethlehem met Joseph kwam
Naar logist zij t'allen kant vernam;
Dat werd geweigerd overal:
God wilde geboren zijn in een stal
Om elk te leeren de bermhertigheid;
Maria heeft hem in een' krib geleid.
Bezoekt den zieken mensch
Want God die heeft hier op des werelds baan
Ons deze les met regels voorgegaan.
Wilt hem vertroosten in den nood.
Geeft hem ook moed in al zijn lijden groot,
Dat hij hem keeren zou tot God,
Het is de wet en Christus zijn gebod.
Klaar als een zonneschijn,
Tot den apostel Petrus gewis
Die zat geboeid in de gevangenis;
Hij brak de grendels van het slot,
Hij leidde Petrus uit het kot.
Hit is gelukkig op het werelds dal.
Die zijnen evenmensch verlossen zal.
Christenen mensch komt hier
Hoe menig duizend zielen in de pijn
Die roepen om van ons verlost te zijn.
Verlost hen dan, gij, allen die hier leeft!
Dat God hun toch vergiffenisse geeft.
Door missen en gebeden goedertier
Breekt los de banden van het vagevier.
Tegen zijn zoon met vlijt:
Gaat, zoekt de dooden die gij vinden zult,
En als gij hebt die schoone plicht vervuld
Doe hun begraven naar Gods wet,
Den zoon heeft op die woorden wel gelet.
't Is ook een werk van de Bermhertigheid
Dat zal behagen aan Gods Majesteit.
Ziet God na smert en pijn
Door Joseph en Nicodemus klaar,
Zoo de Schriftuur ons toont in 't openbaar.
Hij heeft zijn eigen graf bereid
En heeft Gods Zoon ontkruist daarin geleid.
Zij hebben beid' gekregen goeden loon
Het Hemelrijk hierboven voor Gods troon.
Der zeven werken van Bermhertigheid
Zal zijn bemind van Godes Majesteit:
Gelukkig op dees werelds baan
En in den hemel zijnen loon ontfaên,
En ook bemind al van Gods Moeder rein
Die eens bij God ons voorspreekster zal zijn.
Deze verbeterde Liedekens zijn ook verkrijgbaar te Gent, Rietsraat, 70