maar ik heb mijn proefschrift in Zuid-Afrika geschreven.
- Toen kreeg WFH hier nogal wat kritiek te verduren.
Ik was toen eens bij De Nacht van de Poëzie. Hermans zou daar gedichten voordragen en daar was een enorme toestand over. Hij is ook niet gekomen. Ik zat hier zelf ook. bijna in een staat van beleg mijn onderzoek te doen. Ik kreeg van de Nederlandse ambassade in Zuid-Afrika maar net toestemming om hier te komen. Ik kreeg een verblijfsvergunning voor een jaar omdat ik in Zuid-Afrika bij een kleurlingen-universiteit zat. Anders had ik het zeker niet gekregen. Toen ik hier eenmaal kwam, kreeg ik ook pas na zes maanden een stempel in mijn paspoort. Ik had het gevoel dat als ik maar één ding verkeerd zou doen of als er maar één persoon zou protesteren, ik het land uitgezet zou worden.
- Is er naar jouw oordeel sindsdien wat veranderd in die situatie?
Er is erg veel veranderd. Omdat er in Zuid-Afrika erg veel is veranderd, vooral de laatste twee jaar. Er is ook veel belangstelling voor Zuid-Afrika. Men praat niet meer zoals vroeger over een boycot.
- Heb je nooit geprobeerd je proefschrift uit te geven in Nederland of in Zuid-Afrika?
In Zuid-Afrika is er geen markt voor, maar elke universiteitsbibliotheek in Zuid-Afrika heeft wèl een exemplaar, dat is verplicht. In Nederland heb ik nooit geprobeerd om het uit te geven.
- Nu geeft de WFH-verzamelkrant jouw proefschrift in gekopieerde vorm uit. Wat zou je ervan vinden als er een uitgever opstond die zou zeggen: ‘Ik wil dat proefschrift wel in boekvorm uitgeven’? Zou je dat een belangrijke aanvulling vinden op wat hier al op wetenschappelijk gebied bestaat?
Ja, ik ken tot dusver geen goede bronnen over De engelbewaarder. Niemand heeft het boek intensiever bestudeerd dan ik. Ik wil daarmee niet zeggen dat ik het laatste woord over De engelbewaarder heb gesproken, vast niet.
- Er zijn nu twee belangrijke proefschriften uit Zuid-Afrika afkomstig, het ene van jou en het andere van Henriëtte Roos, Ik en zelf. Kunnen wij nog meer verwachten uit Zuid-Afrika?
Dat zou best kunnen. Ik geef regelmatig colleges over Hermans en er zal vast wel een student komen die een scriptie of een proefschrift over hem wil schrijven. Ik vind dat W.F. Hermans de grootste schrijver is van Nederland. Hij heeft als enige naoorlogse Nederlander, voor zover ik weet, zoveel echt grote klassieke romans geschreven. Hij zal bij ons altijd de aandacht blijven trekken.