Bijlage VIII Huishoudelijk reglement van de commissie voor taal- en letterkunde
1. | De Commissie voor taal- en letterkunde, verder aangeduid als de Commissie, telt minimaal twaalf, maximaal vierentwintig leden, van wie ten minste één lid binnen de grenzen van het koninkrijk België woont. |
2. | Een lid dat in de loop van het jaar de leeftijd van vijfenzestig jaar bereikt, treedt aan het eind van dat jaar af. |
3. | De Commissie vult haar ledental zelf aan, met dien verstande dat de door haar gekozen leden ter definitieve benoeming aan de eerstvolgende jaarvergadering van de Maatschappij worden voorgedragen. Zolang hun benoeming nog niet door de jaarvergadering bekrachtigd is, worden deze aspirant-leden uitgenodigd de vergaderingen als raadgevende leden bij te wonen. |
4. | De Commissie vergadert te Leiden in de maanden september tot en met mei, gewoonlijk op de voorlaatste woensdag van de maand in de namiddag van twee tot vijf. |
5. | De vergaderingen bestaan uit een huishoudelijk deel en uit een deel met wetenschappelijke mededelingen. Voor de wetenschappelijke mededelingen kunnen ook derden worden uitgenodigd. |
6. | Op de laatste vergadering van het jaar worden de voorzitter en secretaris voor het komende verenigingsjaar gekozen. |
7. | Voormalige leden hebben het recht de vergadering bij te wonen. Zij hebben een adviserende stem. |
Goedgekeurd door het bestuur van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde in zijn vergadering van 29 september 2003.