Westland
Kultureel-letterkundig Tijdschrift voor Vlaanderen
2. Jaargang Nr. 5 Maart-April 1944
De Westland-prijs
De derde prijsuitschrijving van het tijdschrift ‘Westland’ voor scheppend proza, waarvan de inzendingstermijn op 1 Febr. jl. ten einde liep, leverde kwantitatief een resultaat op van drie-en-twintig inzendingen, die aan de jury ter keuring werden aangeboden. - Kwalitatief was de oogst echter ditmaal schraal. Hoezeer er ook lovenswaardige strekking waar te nemen valt bij de jonge en jongste schrijversgeneratie in Vlaanderen, om ambachtelijk een verzorgden graad van standing te bereiken, schijnt anderzijds een gemis aan inzicht te bestaan betreffende de belangrijkheid der idee, die aan het werk, zooals ten slotte aan elke kunstschepping ten grondslag liggen moet. In de Kroniek der Vlaamsche Letteren is reeds bij voortduring op het feit gewezen, dat de conceptie van het hedendaagsche proza in Vlaanderen op ideëel gebied te wenschen over laat, m.a.w., dat men zich te veelvuldig op litteraire reminiscenties en voorbeelden steunt, en te graag het spel der variante huldigt.
Zoo is het mogelijk, dat ook de gezamenlijke inzendingen voor deze derde prijsuitschrijving hiervan in sterke mate de sporen dragen, en dat na rijp beraad de jury er tot haar spijt de voorkeur heeft aan gegeven, ditmaal niet tot het toekennen van den prijs over te gaan.
Enkele inzendingen, die in gewijzigden vorm eventueel voor publicatie in aanmerking komen, zullen na ruggespraak met de auteurs, in de volgende afleveringen verschijnen.
Tijdschrift Westland