Westland. Jaargang 2

[p. 65]

Westland
Kultureel-letterkundig Tijdschrift voor Vlaanderen
Tweede Jaargang - Nr. 2 - Nov.-Dec. 1943

Walter Kruppa
Gezang der vliegers

Geliefde Aarde; die ons groeien liet,
nu valt gij af, als waart gij overwonnen,
als hadden wij den hemel reeds gevonden
ons eens beloofd in ieder vrome lied.

Van u ontbonden gaaft gij ons den weg
der vogelen, zijn sterrebeelden ons tot baken.
In uw gelaat - onthuld als wij u weder naken -
glanzen de stroomen onder 't wolkendek.

De steden beven dan van 't kampgezang
der reuzenvogels zonder vleugelslagen,
zij sidderen voor den Dood dien w'in ons dragen
en sluiten hunne lichten-oogen, bang.

Onweders vlammen op uit onzen toorn
die ons hernederpijlt, aan 't sterrebeeld ontloken.
De maat der verten wordt door onze vlucht gebroken
de maan gilt door den hemel in haar hoorn.

En toch zijn wij, verlost, van rust ontbloot,
van u, o moeder Aarde niet ontbonden.
Zelfs wie den dood in 't wolkenbed gevonden
die stort nog ademend in uwen schoot.

(Vertaling van Alb. Ryckmans)