Stem zonder Echo
Maurice Tock: ‘De Roemlooze Tocht’. Vertaald door Paul Verdhy. (Uitg. Roya, Brugge, 1943).
Elk letterkundig werk dat van de pers komt dient toch zeker door zijn auteur volledig verantwoord te zijn.
Wij wezen reeds op het feit dat er nog steeds boeken verschijnen in de volksche editie's, welke eerder schade aan het lezende publiek brachten dan wel het noodzakelijke omgekeerde. Hier slaat echter de minderwaardigheid meer op de onbelangrijke uitwerking van het thema.
Waar de auteur het recht heeft zijn inspiratiebron te zoeken waar hij wil, dient hij de interpretatie van zijn innerlijkheid steeds alzoo te richten dat zijn stem - d.i. zijn kunst - een echo wekt die verder uitdeint en een zinvol nagalmen doet ontstaan in het leven van den lezer.
‘De Roemlooze Tocht’ is volkomen roemloos gebleven, en kan slechts het beperkte belang hebben van die personen welke er in vernoemd worden, dit zijn de officieren en brankardiers die samen met M. Tock de achttien dagen veldtocht medegemaakt hebben. Gansch het gebeuren van den verplegingsdienst wordt ons zonder weerklank verteld zooals het zich voorgedaan heeft, niet meer of niet minder, doch zonder vergezichten op te roepen of het werkelijke thema van doel en oorzaak aan te snijden. De eerste vraag is dan wel waarom dit werk een vertaling moest kennen? Tevens komen er in de Nederlandsche versie enkele storende grammaticale onjuistheden voor. De maatstaven eener gegronde critiek zijn een nutteloos gebruik bij zulk een confectie.
Frans Swerfgeest