Watapana. Jaargang 2(1969-1970)– [tijdschrift] Watapana– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] De schoenlapper van dertig mei Aan de Brede straat liggen duizend jaren, éen ervan is arm, heeft zeventig grijze haren. Op dag, dat hij zijn vak uitoefent, omdat de dood hem niet eist, krijgt de schoenlapper door zijn nichtje stille spijs. Hoe leven blaakt in blaren tot het groen vergeelt en snijdt zich zilveren snaar in wat voedsel door een keel. Daar is geen strand klaarlicht in halskloppen op de paarden; er is een eerzame man, die de schoenen trekt op leest. Intussen trekt de stoet aan, die aan de straten preekt, dat men het rechtvaardig loon in zijn vlammen schreef. Maar de vlammen mijden een oude schoenlapper; scheve stoel moest ontgelden, dat hij die dag beleeft. De schoenen, die niemand pasten, werden weggestolen en wat de brand had uitgespaard, troffen wij voor zijn oude ogen gesmeten op de straat, vuilnis de eerste zijstraat van de Brede straat in Otrabanda. Luc Tournier Vorige Volgende