Curaçao enkele proefscholen - naar Fries model - in het leven worden geroepen. Hij stelt zich het onderwijs op deze scholen als volgt voor: In de beginklassen zou Papyamento voertaal zijn. Rekenen, lezen en schrijven worden in de moedertaal aangeleerd. Het Nederlands wordt als vak onderwezen en alleen maar gesproken. In de aanvangsklassen is het niet mogelijk gedurende een vol lesuur ‘Nederlandse les’ te geven; zoveel aandacht brengen de kleintjes niet op. Daarom moet er telkens tussen de gewone lessen door enige tijd hiervoor uitgetrokken worden; een versje, een liedje, een spelletje, een verhaaltje dat wordt naverteld, poppekast, later ook het klassegesprek, herhaling van een zojuist gegeven les, een gebeurtenis weergeven in het Nederlands, enz.. Hierbij moeten we erg oppassen, dat werkelijk gedurende de daarvoor uitgetrokken tijd alle aandacht aan dit onderwerp wordt besteed, anders hebben we per slot niet anders gedaan dan de grote stap van milieutaal of officiële voertaal anderhalf à twee jaar uitstellen. Na deze voorbereiding kunnen we aan het eind van het tweede leerjaar een aanvang maken met het gebruik van Nederlands als voertaal, bijvoorbeeld door een Hollands boekje to nemen. In de volgende klassen kan - naar Fries voorbeeld - het Nederlands als voertaal worden gebruikt met handhaving van enkele uren Papyamento. Dr. De Palm acht het inslaan van een nieuwe weg gewenst, ook al omdat de overgang van het actieve Curaçaose leven dat het kind thuis gewend is, naar de vrij statische Nederlandse school wel bijzonder stroef verloopt.
Terwijl in Nederland ruim zestig procent van de tot de eerste klas toegelaten leerlingen ‘onvertraagd’ de zesde klas bereikt, is dit percentage voor de Antillen slechts vier en twintig. Onder de oorzaken van het doubleren staan ‘taalmoeilijkheden’ voorop.
De te volgen weg zal moeilijk begaanbaar zijn. Maar het doel - de harmonische ontwikkeling en opvoeding van het Curaçaose kind - is zo belangrijk dat ik er van overtuigd ben dat de Curaçaose onderwijzeressen en onderwijzers zich bewust van hun roeping, deze zware arbeid niet zullen schuwen.
Aldus besluit dr. De Palm zijn proefschrift ‘Het Nederlands op de Curaçaose school’.
E.R. WOUTERS
Uit ‘Neerlandia’