Heimwee en weemoed
In de vijftiger jaren zijn het vooral de dichteres Alette Beaujon en de dichter Frank Martinus Arion, die de aandacht vragen. Terwijl in de gedichten van de eerste duidelijk een heimwee naar de Antillen herkenbaar is, een romantisch verlangen naar een onbezorgde jeugd doorklinkt, treffen wij bij Martinus Arion aan een weemoed naar het land van herkomst van de neger. De titels van de bundeltjes spreken voor zichzelf: Alette Beaujon publiceerde ‘Gedichten aan de Baai en elders’, van Frank Martinus verscheen ‘Stemmen uit Afrika’.
Eén van zijn gedichten laat ik hier volgen:
nu gaan zij als karbouwen
De meest bekende Antilliaan die in het Nederlands publiceert, is ongetwijfeld Boeli van Leeuwen. Hij is dus niet wat velen ten onrechte menen, een op Curaçao woonachtige Nederlandse auteur, maar een geboren en getogen Curaçaoenaar, met een grote liefde voor zijn land, een liefde, die het hem mogelijk maakt de juiste atmosfeer te scheppen. Voor zijn debuut ‘De rots der struikeling’ ontving hij de Vijverbergprijs. Later volgden ‘Een vreemdeling op aarde’ en ‘De eerste Adam’. Wanneer Jan Greshoff in een recensie over ‘De rots der Struikeling’ spreekt van ‘mengsel van welslagen en mislukking’ dan heeft hij op het oog, het feit, dat dit boek, evenals trouwens de beide andere, authentiek en fascinerend is, maar qua stijl naast prachtige, onvoorstelbaar mooie passages mankgaat aan volkomen onnodige slordigheden.