Het vrolijke bleekersmeisje(ca. 1841)–Anoniem Vrolijke bleekersmeisje, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Het Manzieke Meisje. Wijs: Vriender! 'k wensch u al te gaâr. Mamaatje! weet je niet wat me schort, Dat mijne klenr zoo leelijk wordt! Lieve kind, hoe zou ik het weten! Hebt gij dan geen smaak in 't eten? 't Meisje riep: ach Heer, ach Heer! Had 'k een man naar mijn begeer. 2.[regelnummer] Hebt gij dan ook pijn in 't hoofd? Ach, Mama! wat zwak geloof, 't Mankeert mij door af mijn leden, Ach wie stelt mijn pijn te vreden? 't Meisje riep: ach Heer, ach Heer! Kwam hij maar die ik begeer. [pagina 8] [p. 8] 3.[regelnummer] Hebt gij dan een kwade kuch, Of ook pijn al in de rug, Of een krinkel in uw darmen, Neen, dan zou ik anders kermen; 't Meisje riep: ach Heer, ach Heer! 'k Krijg nooit mijn gezondheid weêr. 4.[regelnummer] Mankeert u een goede man? Ja Mama, dat was de pan Daar ik mijn koekje in zou bakken, Mij dunkt de pijn die zou wel zakken, 't Meisje riep: ach Heer, ach Heer! Kwam hij maar die ik begeer. 5.[regelnummer] Dochter! als 't daaraan mankeert, Was 't beter dat ge u had bezeert; Ik zal dan maar den docter halen, Die genezen kan uw kwalen, Ga dan maar te bed met spoed, Moederlief dat doet mij goed. 6.[regelnummer] Het meisje at zoo driftig dol, Dat zij kreeg haar buikje vol, Want zij was zeer graâg in 't eten, Moeder 'k kan het niet vergeten, Alles smaakt mij delicaat, Beter dan het best gebraad. 7.[regelnummer] Zijt gij meisjes zoo gesteld, Koop dan beuling voor uw geld, Dan hoeft gij geen pijn te lijden, De eetlust kan uw hart verblijden, Maar koopt er toch niet te veel, Elk meisje krijgt haar deel. Vorige Volgende