De vrolyke kramer, met Klyn Jans pleizierig en vermakelyk Mars-dragend hondje
(ca. 1780)–Anoniem Vrolyke kramer, De– AuteursrechtvrijOp een aangenaame Vois.LEstmaal een Iager op de Iagt,
Voorzien met Kruit en Loot,
Kwam op een Wegje onbedagt,
Daar hem de Iagt verdroot;
Hy kwam Gegaan aan eene Bos,
Daar hem ontmoeten een Venus Vos;
Den Iager was zeer ontdaan,
Hy sprak het Vosje aan.
Ach! Amazoon, wat doed gy hier,
Dus in het weelderig Bos?
Ik kom hier Iagen voor jou Pleizier,
Zonder Hazen of looze Vos,
Om u te krygen tot myn wil,
Daarom staat een weinig stil,
Legt Kruit al op de Pan
En legt eens op ‘t Vosje an.
De Iager Spanden zyn Haan
En langden met zyn Loop,
En Schoot op het Vosje aan,
Dat ’er ’t Zweet afdroop:
Ach! Iager zweet gy van eene
| |
[pagina 92]
| |
keer,
Te Iagen in myn Bosje teer,
Zo bent gy geen Iagers Kind,
Die lust in ’t Iagen vind.
Ach! ja myn Lief, myn Amazoon,
Ik ben een Iagers Kind,
Den heelen Nagt heb ik gewend,
Myn Iagen dat loopt op het end,
Myn Kruit en Loot en Hagel fyn,
Dat is Verschooten gelyk en ryn,
Dat is myn alderbeste Pand,
Maar nu zit ik in ’t Zand.
Wel Iager wat doed gy in het Bos,
Al zonder Kruit of Loot?
Blyft liever leggen op uw Nest,
Of anders blyft gy Dood;
De alderbeste Medicyn,
Het Iagen dat is voor myn geen pyn,
Hier Dood te blyven op het Veld,
Dat past geen Iagers Held.
|
|