De Nieuwe Juffers Jagt.
Op een aangename Vois.
Diana Contresse Clarinde;
t’ Za Lustig wilt ‘er u spoen;
Doorsnuffeld Boszen en Hagen
Uw Meester wil ‘er gaan Iagen,
De Iagt is aangesteld, dieo dieo.
Men hoeft geen Brakken nog Winden,
Wanneer men op Iuffrouws Iaagd,
Het Spoor kan elk wel vinden,
Ia zonder dat men ‘er na vraagd:
Men hoeft ‘er niet lang te roepen,
Zy vliegen met gantsche Troepen,
Gelyk de Quartel vlugt, dieo dieo.
De Iagt van jonge Iuffers,
| |
De Minne-God wil ‘er geen Suffers,
Maar wil ‘er een jong Gezel,
Die Venus Bosje kan Booren,
Op ‘t steken al van de Hooren,
Daar men Vermaak in vind, dieo dieo.
Wanneer dat Cupido jaagt,
Doorjaagd dat Bosje met kragten,
Dan leggen de Iagers te Luymen,
Op Dons van Zwanen Pluimen,
In Venus blanken Arm, dieo dieo.
Lief Bosje vol van Bladen,
Daar Rooze knopjes staan,
Wagt niet tot dat ’er de Iaaren,
Uw Minnelust doen vergaan,
Maar weest ’er in Groene Weyden,
De Minne-God wil ’er ons leyden,
In ’t Leger al van dat Wilt, dieo dieo.
Als gy ’t Wilt hebt gevonden,
Ontbind jou Brakken en Honden,
En wilt het maar na volgen,
Al toond het zig verbolgen,
Zit het braaf agter ’t Gat, dieo dieo.
Als jy ’er niet meer kunt Iagen
En als jou Hondje is moe,
Gy hoeft ’t Wild niet te dragen,
En wilt ’er een weynig Rusten,
dan smaakt ’er een Glaasje Wyn, dieo dieo.
|
|