Het vrolyk Catootje(1802)–Anoniem Vrolyk Catootje, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een Nieuw Lied, of zamenspraak tusschen Kloris en Roosje. Op een Aangenaame Wys: Ik heb myn hart u opgedragen, Met veel behaagen, Ik heb myn hart u opgedragen, Opregt is uw trouw, En gy doet myn echter klaagen, Roosje lief! myn schoone Vrouw. 2.[regelnummer] Ik zoek u altyd te beminnen, Met hart en zinnen, Ik zoek u altyd te beminnen, Met al myn magt, Kan ik dan geen troost verwinnen, Roosje lief daar ik op wagt. 3.[regelnummer] Neen, neen Kloris 't zal niet hoeven Myn te bedroeven, Neen, neen Kloris 't zal niet hoeven Dat gy uw kwelt, Ik wou u reeden beproeven, Die gy veelmaals hebt verteld. 4.[regelnummer] Daar kan gy vast op vertrouwen, o Roem der Vrouwen! Daar kan gy vast op vertrouwen, Het is oprecht, Ik zouw met schrik niet ligt aanschouwen Zo ik u valscheid had gezegt, Vorige Volgende