Het vrolyk Keesje in de verdrukking(1789)–Anoniem Vrolyk Keesje in de verdrukking, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina D2r] [p. D2r] Lof-zang. voor de helden van dezen tyd. Wys: Wat is het schoon het Menschdom te verpligten. Wat is het schoon der Helden lof te zingen, Aan wie wy alles zyn verpligt, Die, by den haat van Vorst en Hovelingen, 't Schandjuk ons hebben afgeligt! 't Batavisch hart, dat braafheid mint, In hunnen lof zyn wellust vindt. bis. Dat men dan Palm en Eerlaurier vergader', Zo wel voor levenden, als doôn! Hier, in dit Graf, rust Neêrlands beste Vader. Belgen! het eicht een lauerkroon. Die Heerschzucht hier den doodsteek gaf, Capellen sluimert in dit graf, bis, [pagina D2v] [p. D2v] De Vriend van 't Volk, alleen gehaat by Groten, Die 's Landmans yz'ren boeien brak, Die, onverhoord, werd uit den Raad gesloten, Doch 't hoofd met glorie boven stak; Capellen, Vryheids Echte Telg, Uw roem sterft met den laatsten Belg! bis. Zyn deugd kon menig eerlyk hart ontvonken. Getuig dit, Brit, tot uwe schand! Hoe menig Held werdt, in den nood geschonken, Aan het verraden Vaderland: De Marschen, Berkels, Gyzelaars! All blixems des Geweldenaars! bis. Een drom van and'ren ging in hunne gangen; De vege Vryheid werdt gered; Voor 't eerst gevolgd de ware Staatsbelangen! En niet op Hoofsbelang gelet. Men gaf 's Lands Vriend, Bourbon,, de hand, En het behoud aan 't Vaderland. bis. [pagina D3r] [p. D3r] Zouden wy ons Hooft ook, hier niet gedenken, Was Beima niet voor 't Volk gereed; ô! Dat we haar ons liefd' en achting schenken, Schoon men voor bun nu boeiens sineed; Zy blyven in ons hart geprent, Met menig ander braaf Regent! bis. Dat wy by woorden, schone daden tonen, Als Vryheid weer op nieuw breekt aan, Dat men nooit ontaart' van echte Bato's Zonen, Maar dan te zaam als Mannen staan; Men streev, tot lof dier Heldenschaar, Elk in zyn' kring, hun deugden naar, bis. Vorige Volgende