De vrolyke prinsman, zingende allerhande nieuwe liederen

Een Nieuw Lied.

Op een Aangenaame Wys.

Wel aan Oranje-Steeden,
Houd nu maar goede moed,
En exerceerd met vreeden,
Stryd voor Oranje zoet,
En laat u niet verleiden,
Door Burgers, valsch van moed,
Wilt voor Oranje stryden,
Al kost 't vleesch en bloed.

Gy Deedelaars te zamen,

Ziet onze trouwe daad,
Gy hoeft u niet te schaamen,
Ofschoon gy word versmaad,

[p. 78]

 

Wy zingen tog met vreugde,

 

Marseeren regts en lings,

 

Waar op wy ons verheugde,

 

Viva lang leeft de Prins.

Onz' Wapenen zyn vaardig,

Getrouwe Burgery,
Het staat ons ook zeer vaardig,
Uw yver toont gy bly,
Vreest tog voor geene vlye,
Viva Oranje zoet,
Wy doenen offerhande,
Al kost 't ons vleesch en bloed.

Onz' Wapenen tot eeren,

O vreugd van ons Nederland,
Wy zullen tot u keeren,
Want nu zyn zy van kant.
Der Dortsche flaauwe dienste,
Het springen is gedaan,
Wy zullen nu met vreugde,
Hoezée ook roepen gaan.

Oudelaarse Burgery

Komt deftig in het geweer,
Of marseeren in de ry
Gaat deftig in de weer,
En wilt Oranje bewaaren,
Vreest voor geen hagelbuy,
Wilt zamen Eendragt paaren,
Toont u als Heldenluy.

Men ziet de vaardigheden

Van Deedels Burgery,

[p. 79]

 

Met veel vermaaklykheden,

 

De Snaphaan draagen vry.

 

Met Trommels en met Fluiten,

 

Tamboer pas op uw stuk,

 

Voor de Oranje-Spruiten,

 

Men wenscht hen veel geluk.

De eedle Burgermeesters,

Verdienen eer en lof,
Zy toonen ons haar geesten,
En geeven ons veel lof
Om tot haar eer te zingen,
Met Lauweren gekroond,
Ach ziet wat wondere dingen,
Haar deugd moet zyn geloond.