Een Nieuw Lied.
Stem: Moeder Malet.
1.
Hier van daan na de Schoppe druif,
Mietje doet open, Mietje doet open,
Is hier niet een Schoppen kluyf?
Of een mooije Oranje duyf?
Soude hier geen kluyffe zyn,
Mooije duyfjes hups en fyn,
Hoorze koeren, hoorze toeren,
2.
Wel myn Schoppe kluyfje lief,
Lekkre soppie, hier is een Schoppie,
Voor jou zoete harte dief,
Tot galand na jou gerief;
Wel myn flukse Schop galant,
Heb jy niet wat tot een band,
Kyk daar is myn kouseband.
3.
Wel daar is een zilvere Schop,
Met een Anker, met een anker,
Maakt daar van een kettingdop,
Op jou blanke maagden krop,
Wel ik dankje myn lieve snuyt,
Laat ik binden aan jou kuyt,
't Kousebandje, 't kousebanje,
Als jou lieve Schoppen bruyd.
4.
Sa nu zaam voor de viool,
Een Wilhelmus, een Wilhelmus,
| |
Uit het echte Schoppen school;
Allon aanstonds op de baan,
Speelman laat je vieltje gaan,
Kittege beentjes, kittege beentjes,
Moet het hakkebortje slaan.
5.
Jonge luy dat gaat je voor,
Schoppe maatje, Schoppe maatje,
Loop het boeltje ook eens door,
Of een kluyfje jou bekoor;
Kom allon pak aan de meid,
Het Schoppe goedje staat bereid,
Conterdansjes, Conterdansjes,
Maakt de Schoppe jeugd verblyd.
6.
Nog een deuntje tot besluit,
Weg weegluyzen, weg weegluyzen,
Gy moet hier de dans zaal uit,
Weg jou booze muiters guyt,
Mooije meisjes van de pret,
Door geen weegluys zyn besmet,
Maar een Schoppie, voor een poppie,
Eerst de bruid en dan na bed.
7.
Maar eer wy na bed toe gaan,
Lieve duyfje, lieve duyfje,
Moet 'er nog een fles op staan,
Schoppies kom dat moet 'er aan,
Ja wy Schoppen al te zaam,
Wenschen dat Oranjes naam,
Triumpheeren, triumpheeren,
Op de wieken van de faam.
|
|