De vrolyke schoorsteenveeger
(1791)–Anoniem Vrolyke schoorsteenveeger, De– AuteursrechtvrijZingende onder het vegen, de allernieuwste liederen, die hedendaegs gezongen worden
[pagina 92]
| |
Op Een Schoone Voys.1.
Laast een dag zou ik gaan maken:
Een Visiet en Complement;
Maar een Vrouwsbeeld tot myn zeide,
Of ik was met haar content;
Maar ik maak myn reverensie,
Nam myn stokje en ik ging weg,
Nu zy ik myn lieve popje,
Ben ik u hier in de weg.
2.
En ik moet u nog verhalen,
Dat men overkomen is,
En wat list de Meisjes bruiken,
En ik my ook niet vergis,
Dat zy Jonkmans graag vervoeren,
En ons brengen op de weg;
Maar wy zullen ons niet verstoren,
Na die hoog geslagen pret.
3.
Wel wat denkt gy lieve Meisjes?
Denkt gy dat ik ben heel stom?
Denkt gy dat ’t Matrooze vleisje,
Groeit gelyk een wilde Boom,
[...]een weg met al u gedagten,
Van my krygt gy geen gehoor,
Wild gy een Matroos veragten,
Dan dwaald gy van ’t regte spoor.
| |
[pagina 93]
| |
4.
Ik zal nooit geen meisjes zoeken
Die de hoogmoed veel behaagd
Maar ik zal ’t onderzoeken,
Wat de zoete liefde draagd.
Ik zal al de meisjes roemen,
Die maar een en deugd bezit,
Zulke die zijn waard te roemen,
En die zyn myn doel en wit.
5.
Ziet ik doe nog maar een reisje,
Ja al op de woeste Zee,
Daar heeft ook al menig Meisje,
Haar Beminde ook al mee;
Want ziet het Matrooze leven,
Haar plyzier is op de Zee,
Tusschen Aard en Hemel sweeven,
Tot wy komen op de Ree.
6.
Ik wiz my de tyd ontgeven,
Dan de allereerste Stam?
Adam heeft een ploeg gedreeven,
Eva zat in tuyn en span,
Kleeren die zyn haar gegeven,
En dat van een schapen vel,
Yder maar vernoegt moet leven,
Dan zoo is het altyd wel.
EYNDE
|
|