De vrolyke schoorsteenveeger
(1791)–Anoniem Vrolyke schoorsteenveeger, De– AuteursrechtvrijZingende onder het vegen, de allernieuwste liederen, die hedendaegs gezongen worden
[pagina 49]
| |
Stem: Myn man zit in de kroeg, enz.1.
Vryer.
Goeden avond myn Lief myn Engelinne,
Waar zyt gy dog zoo lang geweest;
Ik verloor schier nu al myn zinnen,
Want ik was nu dog zeer bevreest;
Myn hart was altoos na u gedagten,
Kom myn Engelin, kom myn Engelin,
Laat myn niet wagten. bis.
2.
Vryster.
Ik zeg ’t u weest nooit te vreden,
Gy lompert scheer u hier van daan,
Ik heb om u niet meer te geeven,
En daarom blyft hier niet meer staan,
Ik min u dog niet in myn herte,
Daarom gaat maar heen, daarom gaat maar heen
Maakt u geen smerte. bis.
3.
Vryer.
Zoo bestaat gy met al u vynse,
| |
[pagina 50]
| |
Zoo gy maar iemand brengt op en hol,
Zulks is ook niet wel te pryzen,
Is dat nu myn verdiende loon?
Gy meend een ander voor myn te plaatzen,
Ach wat zal ik doen, ach wat zal ik doen,
Ik word schier razend. bis.
4.
Vryster.
Daar zullen nog wel andere wezen,
Gy vindze nog mooier als ik,
Ik zal maar wagten zonder vreezen,
Tot myn zal dienen myn geluk;
Men ziet zulke Jongens dagelyks loopen,
Waar men staat, waar men gaat,
By heele hoopen. bis.
5.
Vryer.
‘t Is beter als ik maar zal zwygen,
En houden maar myn mondje toe,
Ik zal wel een ander liefje krygen;
Maar dat zal ik zeggen denkt eens toe,
Ik heb meer als eens by u geslapen,
En dat is wel waar, en dat is wel waar,
En nog meer andere knaapen. bis.
6.
Vryster.
Zoo zyt gy altoos ongestadig,
Als gy van u Vrysters zyt afgeraakt,
Dan is u hert van binnen nydig,
Dan weet gy niet eens wat gy praat,
Ik lus jou dog niet, zal ’t spreekwoort wezen,
Weg kalen heer, weg kale heer
Bent in vrezen. bis.
| |
[pagina 51]
| |
7.
Vryer.
Gy Meisjes wil u alle spiegelen,
En denkt nu al aan myn voorval,
Laat u van ieder niet bedriegen;
Want gy vindse nu het meeste al,
Daarom als zy gaan uit vryen,
Pas dan dog op, pas dan dog op,
Laat u niet verleyen. bis.
|
|