De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 168. Jigtige Neel. Neel wandelt, schoon ze ligt in banden, Aan voeten, knieën, armen, handen, Elk om het zeerste zeer van jigt. Wat meent ge, dat ze daarom zwigt? Nog wandelt Neel, niet als voor dezen, Maar met haar lugte tong rondom haar' rooden mond: Die kuyert even fris: want wie heeft ooit gelezen, Dat eenig Doctor jigt in Vrouwentongen vond? Vorige Volgende