De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 156. Aan Klaas. Neen, Klaas, gy kunt my nimmer krenken, Al lastert gy uzelven heesch. Myn hart voedt een gansch andre vrees. Wat, bidde ik, zou de waereld denken, Indien uw mond myn daden prees? Vorige Volgende