De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 39. Luiaarts verantwoording. Op! zeide een Heer: kom Luiaard, op! En gaf zyn knegt met een een schop. De Zon is reeds voor lang gerezen. De Zon, Myn Heer! dat kan wel wezen, (Zoo antwoordt hem die slimme guit) Zy moet wel vroeg ter slaapstede uit, En moet den gantschen dag ook ylen. Zy moet veel verder gaan dan ik: het scheelt wel mylen. Vorige Volgende