De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Afgedwongene liefdeverklaring. De schrandre Elizabeth, die groote Koningin Van 't magtig Albion, kreeg ongemeenen zin Om eens op zekren tyd een steekspel by te wonen. Men rigt 'er een te Londen aan; Meer dan een Spaansche Don kwam daar zich zelv' vertoonen, Vertoonen? .. Neen: naar d' eerprys staan. 't Gelukte een van de Dons, door edelaartig poogen, Door vuur, door vlugheid en beleid, En wonderbare handigheid, Dat hem Elizabeth, met veel beduidende oogen, Aanschouwde, en hem een lofspraak schonk, Die elk als grootsch in de ooren klonk. Zy sprak hem, na het Spel, en zei: 'k heb u geprezen: Gy hebt myn' lof verdiend: maar 't kan niet mooglyk wezen, Dat u de liefde niet bezielde in dezen stryd. Men kan dit, uit uw wezenstrekken, [pagina 279] [p. 279] En houding en gelaat ontdekken: Ik wensch te weten wie ge uw liefde hebt gewyd. De Spanjaard antwoordt, op dit vragen: Mevrouw! gy eischt te veel; hoe kan uw Majesteit My vergen myn geheim te wagen? 'k Ben egter thans verpligt tot onderdanigheid. Uw wil is my een wet: 'k zal 't antwoord u bezorgen. Doch geef me, bidde ik, tyd tot morgen, En staa my toe, Vorstin! dat ik haar' naam verzwyg', Mids dat ik u haar beeld naar 't leven doe aanschouwen. Het antwoord was: wanneer ik dat van u verkryg, Dan moogt gy haren naam wel voor u zelven houwen. Des andren daags zond haar de Don Een toegezegeld Pakje, en naauwlyks was het open, Of Englands Ryksvorstin zag wie het hart verwon Van hem, die wist dat hy geen weermin had te hopen; Zy zag juist in een spiegelglas Dat zy 't beminde voorwerp was. Vorige Volgende