De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft
(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij
[pagina 276]
| |
Hy zag de kinders, in dat land,
De sneeuw vergaren in de hand.
Nu weet ik hoe dit volk zyn schoonheid heeft gekregen,
Riep onze vreemdling uit. Men vroeg hem uit de grap
Naar reden van zyn wetenschap.
Hy geest ze, en zegt: men wascht zich hier met witten regen.
|
|