De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De phisionomiekenners. Een Aartsbedrieger, in wiens wezen Men list en valschheid klaar kon lezen, Werd voor den Regter sterk betigt, Dat hy een Paard of twee had uit het Land gestolen. De Regter zag hem pas, of sprak: men kan niet doolen: Men zie hem aan: men ziet den schelm in dat gezigt. Heer, zei de Gaauwdief, 't is of 't in myn ooren dondert. Ik staa ten uitersten verwonderd. 'k Wist nooit voorheen dat myn gelaat een spiegelglas Van zulk een hooge waarde was, Als nu ik hooren moet, en gaarne wil vertrouwen, Dat gy, myn Regter, daar u zelv' in kunt aanschouwen. Vorige Volgende