De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 171] [p. 171] Fabelen en vertelzels. [pagina 173] [p. 173] De actrice. Mejuffrouw N ..., die, vele jaren, Door houding, spreektrant en gebaren, Op 't Schouwtoneel had aan het volk behaagd, Werd van de blonde B.... op 't vriendelykst gevraagd Om haar een lesje meê te deelen; Opdat zy ook, op hare beurt, De rol van minnares eens naar de kunst mogt spelen, Die de ontrouw van haar lief betreurt. Mejuffrouw N.... laat zich hiertoe bepraten: Maar al het onderwys kon in 't geheel niet baten. In 't einde werd zy moedeloos: Zy gromde, hield zich byster boos, En sprak, ô domme meid! kan ik u dit niet leeren. Verbeeld u slegts dat een der fraaiste Heeren Uw tedre liefde, uw hart bezat, En u zyn trouw gezworen had; Maar ylings, zonder meer aan woord of eed te denken, Veranderd in 't gemaakt besluit, Eene andre koos tot zyne Bruid, Zou zulk een slag uw rust niet krenken? Zoudt ge, in uw bitter zielverdriet, Niet klagen om uwe ongenugten, Met handgewring, geschrei en zugten? Wie, ik? vroeg blonde B.... ô neen! dat deed ik niet: 'k Zou liever spoedig, als me een minnaar had begeven, Een' andren kiezen om genoeglyk meê te leven. Vorige Volgende