De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 116] [p. 116] 130. Op de Leerlingen van Esculapius. Omdat Apolloos Zoon de lyken deed herleven, Heest hem de Dondergod den dood ten prooi gegeven, En met vergramde vuist gebliksemd in het graf. Der Leerelingen stoet valt hy niet even straf. Schoon zy de levenden tot levenloozen maken, Nog slingert zyne magt geen' bliksem op hun daken: Zy worden door zyn vuur geblakerd noch gezengd, Maar dikwyls rykelyk met gulden daauw besprengd. Vorige Volgende