De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft
(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij
[pagina 100]
| |
Maar waart gy onbesmet en schuldeloos van ziel,
't Was dolheid dan de schuld eens andren te besterven.
Uw daad was dus, Lucrees, noch loffelyk noch goed;
Gy sneuvelt, hoe men 't neme, of schuldig of verwoed.
|
|