De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 24. De Zotten vol gesnaps. Gregoor! eer zult ge een' molensteen, Hoe zwaar, doen op het water dryven; Eer zakken dampen naar beneên: Eer zal de Zon het ys doen styven: Eer vindt ge in elk een' trouwen vrind: Eer laten alle menschen 't liegen: Eer zult ge, op vleuglen van den wind, Gelyk een Arend opwaards vliegen: Eer telt ge aan Zee de korrels zand: Eer keert ge u zelven 't binnenst buiten: Eer gy een mensch, vol onverstand, Den kakelenden mond zult sluiten. Vorige Volgende