De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 9. Van den nood een Deugd. Een Bedelaar verzogt een' Heer hem iets te geven; En zei daarby, zoo 't scheen, met een ontsteld gelaat: Zoo my myn wensch mislukt, dan moet ik anders leven, En doen het geen ik steeds als 't ergste heb gehaat. Wat is dat, zei de Heer, wat zoudt gy dan beginnen? 'k Zal dan, was 't antwoord, wat met werken zien te winnen. Vorige Volgende