De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 8. Een Heer in zyne Koets. Een Heer, nog jong en vlug ter been, Gezond van wezen en van leên, Liet zich in eene Koets besluiten: Om waar te ryden? ver naar buiten? Neen: langs maar anderhalve straat, Waar 't Volk op kleine steentjes gaat. Een Boer, die 't zag, zei: watte gekken! Twee Beesten om een Beest te trekken! Vorige Volgende