te zyn, verscheidene brokken, die geestig gelach, leerzaam vermaak en nuttig tydverdryf verschaffen kunnen.
Eenige winteravonden, met het doorloopen van de gemelde en van eenige andere Boeken gesleten, bragten zeker gezelschap van goede vrienden in het hoofd dat men geen kwaad zoude doen met een Genootschap op te rigten, welks werk bestaan moest in uit boeken, die niet verdienen gelezen te worden, het goede te verzamelen, de Werken van oude Digters, welke, omdat zy te ouderwets zyn, verworpen worden, naar onzen tegenwoordigen schryf- en rymtrant te verhanselen, en dus den Nederlanderen eene Mengeling van korte Digtstukjes te verschaffen, die, zoo ze al niet algemeen mogten behagen, egter van sommige welmeenenden en verstandigen met genoegen zouden ontvangen worden, als geschikt om luiden die jok en ernst by elkanderen willen vinden, en door verscheidenheid voldaan worden, genoegen te geven, en hen op eene schuldelooze en tevens verstandige wyze te vermaken.
Het denkbeeld wegens de nuttigheid der oprigtinge van zulk een Genootschap werd onmiddelyk gevolgd van een besluit om 'er zelven de Stigters van te zyn. Overweegende dat anderen misschien niet in die gedagten zouden vallen, dat men een nuttig werk niet te schielyk kan beginnen, en dat wy sterk genoeg in getal waren om iets van dezen aart te ondernemen, beraamden wy nadere schikkingen.