Het vrolyk gezelschap op Amstels zangburg. Deel 2(1780)–Anoniem Vrolyk gezelschap op Amstels zangburg. Deel 2, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Drink-en bruiloftszang. Wys: Wanneer de Zon in 't Morgenrood. 1. HY volg wie wil de Liefde na, Ik houw van braaf te veegen, Voornaamlyk als ik buyten scha, De glaasjes schoon mag leegen: Men streel zyn Liefje, vol van lust, Terwyl z'u vriendlyk strookt en kust, Gelyk deez' twee gepaarde; Ik min de zoetheid van den Wyn, [pagina 56] [p. 56] Hy is myn hert tot Medicyn, En grootste vreugd op Aarde. 2. Schenk dan de Glaasjes tot heur boort: Laat ons gulhartig klinken, En, met een vriendelyk accoord, Op 't Bruidtjes welstand drinken. Zo! dat 's geleegt tot aan den grond, Nu vul de Glaazen weer in 't rond': Zie, zoo! dat 's wel geschonken: Dat geld de Bruigom! vat het Glas, En speel eens has pas weder pas, Dat zal ons bloed ontvonken. 3. Nu weer op nieuws het Glas gevult! Dat geld weerzydze Maagen! Zo boet men allerbest zyn schult, En niemant kan dan klaagen. Zet nu den Berkemeyer neer, En vult hem tot de rand toe weer! Dat zal 't inkoomen weezen, Van onzen Bruigom in zyn' Bruid, Op dat, eer 't Jaar zyn ronden sluyt, Zy mag Mamaatje weezen. 4. Maar 'k zie het Bruidtje lacht 'er om: Die dronk kan haar vermaaken: Het kittelt ook de Bruidegom, [pagina 57] [p. 57] Zy schynen bei te haaken Naa 't kuische Huw'lyks Ledekant, Om daar, tot lessing van haar brand, Elkaar vol vreugd te streelen. Wel! drinken wy haar goeden reys! Vat op; zo krygt elk ding zyn eisch En vorm in allen deelen. 5. Daar leid men reeds het Bruidtje heen! Zie hoe haar wangen bloozen! Haar kaakjes pronken ongemeen Met Lelien en Roozen! Nu Bruigom volg uw Bruidtje naa: Doch eer gy gaat, wy bidden staa! Dit Glaasje eerst uit te veegen! Dat diend alleen, om u, en haar, (Het allerzoetste wederpaar) Te wenschen allen Zegen. Vorige Volgende