Het vrolyk gezelschap op Amstels zangburg. Deel 2
(1780)–Anoniem Vrolyk gezelschap op Amstels zangburg. Deel 2, Het– Auteursrechtvrij
[pagina 36]
| |
Ontfang alleen myn Trouwe min,
Myn Heer ik heb daar toe geen zin,
Waar vreest gy voor:
Laat af my te plagen, ik vrees
Waar voor?
Ik vrees,
Waar voor?
Voor iets dat ik u niet durf klagen.
2.
Wilt voor een teeder Hart niet vreezen,
Dat 's Minnaars toevlugt t'allen stond
Betrouw myne Eeden, uyt 's Harten grond,
Dan moest ik Ligtgelovig weezen,
Nimmer bemind myn Ziel een aar
Myn Heer ik stel my in geen gevaar,
Waar vreest gy voor:
Laat af my te plaagen, ik vrees
Waar voor,
Ik vrees,
Waar voor,
Voor iets dat ik u niet durf klagen.
3.
Wreedheid is Liefdens grootste gebreeken,
't Is eene Deugd die zig wel behoed,
Myn Ziel verteerd zig door een gloed,
Die Vlam begint zig eerst t'ontsteeken,
| |
[pagina 37]
| |
Ik zweer u altoos te zyn getrouw:
Myn Heer ik dugt voor naberouw,
Waar vreest gy voor,
Laat af my te plagen, ik vrees
Waar voor?
Ik vrees,
Waar voor,
Voorts iets dat ik u niet durf klagen.
4.
Weygert geen hart voor u zo teeder,
Myn Heer 't bedrog is schoon in schyn
Dan zal dees Rots myn Grafstee zyn,
Neen myn beminde Ziel! Leef weeder,
Ontfang dan voor altoos myn hand,
En gy myn Hart dat in Liefde brand:
Wat wilt gy meer houd op van klagen,
Ik wil,
En wat?
Ik wil,
En wat,
Iets dat ik u niet durf vragen.
|
|