De vrolyke zeeman, verheugd over de vrye zeevaart
(1803)–Anoniem Vrolyke zeeman, verheugd over de vrye zeevaart, De– Auteursrechtvrij
[pagina 32]
| |
2.
Myn lief myn uitverkooren,
Sprak zy met vervreest geluid,
Laat u van geen ander bekooren,
Treed nader tot uw bruid,
Ach hoe lieflyk is het minnen,
In de vroege morgenstond,
Daar hoort men 't gevogelte zingen,
Op den aardbol in het rond.
3.
Myn overschoon Annetje,
Sprak myne Bruidegom,
Wild dees roos op uw boezem zetten,
Ik omhels u wederom,
En zo smaake wy met elkander bis.
Deez' lieffelyke geur,
Zo trouwt Annetje met Leander,
In het eelste van haar fleur.
4.
Geluk my overschoone,
Wel leeft te zaam in vreê,
Wilt beide u liefde toonen,
Dat is myn wensch en bee,
Wilt de huwelyksliefde smaaken, bis.
Op het zagte veere bed,
Daar schoone telgen maaken,
En leeven onbesmet.
5.
Speel nu op Bas en Fluiten,
Ter eere van dit paar,
En wil de vreugd besluiten,
Met 't klinken van de snaar
Op de bruiloft van Annette,
Met Leander haare vrind,
Wild de vreugd geen paale zetten,
't Is hier liefde wat men vind.
|
|