De vrolyke Nederlander, zingende met zyn incréable meisje de hedendaagsche liederen(1800)–Anoniem Vrolyke Nederlander, zingende met zyn incréable meisje de hedendaagsche liederen, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Klaag lied, van een Jonge Dogter, die zig in een Klooster heeft begeeven. 1. Wat is het een droevig leeven Van zo jong in een Klooster te gaan, Geen doctoor die my kan geneezen Geen Cirurgyn die my kan cureeren, Van al myn bittre smert en pyn, Maar ag wat heb ik tog gedaan, Van zo jong in 't Kooster te gaan. 2. Myne Vader en myn Moeder, Die kwaamen daar eens by myn, Wel dogter hoe gaat 't al met uw? Ag Vader en ag Moeder, Ik ben voor het Klooster schuw, Maar ag wat heb ik tog gedaan, Van zo jong in 't Klooster te gaan. 3. Myn Broeders en myn Zusters, Leven buiten vrolyk en plaizant, Zy trokken hun zyde kleeren aan, En ik moet voor de tralie staan, De Jongmans voorby zien gaan, Maar ag wat heb ik tog gedaan, Van zo jong in 't Klooster te gaan. 4. 's Avonds slaat de klok vyf uuren, Na de Selle zo moeten wy gaan, En dan doen ik niet als kermen, [pagina 34] [p. 34] Had ik myn zoete lief in myn ermen, Dan was al myn smart gedaan, Maar wat heb ik tog bedreven, Dat ik ben in 't Klooster gegaan. 5. Des nagts ten twaalf uuren, Zo moeten wy ter Choore gaan, En dan doen ik niet als weenen, Dat ik moet slaapen alleenen, Zonder een zoet lief op zy, Maar ag wat heb ik tog gedaan, Van zo jong in 't Klooster te gaan. 6. Slaat 's morgens de klok vyf uuren, Na de Choore zo moeten wy gaan, Gloria Patria moeten wy zingen, Dat doet myn jong hertje bedwingen In plaats van met myn lief te gaan Maar ag wat heb ik tog gedaan, Van zo jong in 't Klooster te gaan. 7. Wy hebben maar een pater, Die voor ons een Misse doet, En dan moeten wy alle present, Rondom dat Patertje staan, Gelyk de Hennetjes om de Haan, Maar ag wat heb ik tog gedaan, Van zo jong in 't Klooster te gaan. 8. Oorlof gy jonge Maagden, Die nog niet gebonden en zyn, Zy leeren dog van te vooren, Laat u tog geen Nonnetje bekooren, Kies veel liever vry te mogen gaan, Doet niet gelyk ik heb gedaan, Van zo jong in 't Klooster te gaan. Vorige Volgende