De vrolyke muzikant(1810)–Anoniem Vrolyke muzikant, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] Een nieuw lied. 't Is mijn Minnaar, helaas moet hy dan sterven, Dat ik voor hem ten graave gaan, Ag dat hy leeft mogt ik dien gunst verwerven, Dat ik voor hem den dood mogt ondergaan. 2. Wat ben ik niet een schepsel sonder kragten, Droefheid, mijn siel die 't al te boven gaat, Mijn Minnaar kan u Vaders leed versagten, Als hem den oude dag moet komen aan. 3. ô Droeve Min hoe bitter sijn u vrugten, Als u vriendin u weder liefde toont, Wat baart 't niet een Minnaar ongenugten, Als hy niet word met weder Min begroet. 4. Wat kan de trouw helaas een Minnaar baaten, Als syn vrindin niet met hem blijft constant Als hy bemind, bemind hem een en ander, En hy door trouw niet blusse mag syne brand. 5. Staat op Minnaar, genade wil ik u geeven, Nu dat ik sie u getrouwheid aan, Ik wil voortaan met uw in vreugde leeven, Geen tegenspoed moet u ooit treffen aan. 6. Wat had ik dog al met u doen te sterven, Groot leed voor myn onrecht aangedaan, Ik heb 'er twee voor u in 't Graf sien derven Waar voor myn siel sal eeuwig treuren gaan. Vorige Volgende