De vrolyke muzikant
(1810)–Anoniem Vrolyke muzikant, De– AuteursrechtvrijStem: Ik lag met smert op myn, &c.
Waerom wild gy dat iemand soude singen?
Als men niet heeft het hart in vryjigheid,
Laet singen die liefde tot rust kan bedwingen;
Maer ik helaes beween mijn druk en spijt.
Weend ô gy weend, beweend mijn staet en lyden;
Ik ben alles kwijt, verlies ik u gewis;
O wreed gevaer, neemt mijn leven 'er byden,
Of geef my weer, die mijn ontnomen is.
Getuigen sijn van al mijn slavernye,
Die Bosse al en Vogeltjes te gaer,
Tot den Echo ik roep alles wat ik moet lyen,
Ik beklaag mijn lot ongelukkig minnaer.
Wat sal ik doen om u lief te behagen?
Wild gy mijn bloed, ik vergiet het voor u,
Maer soo mijn bloed niet kan voldoen u vragen,
Wild gy dan mijn dood, gehebt maer te spreeken nu.
| |
[pagina 38]
| |
Leef na mijn dood, gy weenen sult met reeden
En beminnen mijn, maer 't sal niet meer sijn tijd,
Dan sult gy ook na mijn Grafplaats toetreeden,
En weenen selfs voor mijn getrouwigheid.
Lief neemt mijn hert, en wild mijn 't uwe geven,
Het mijn is dan voor u, maer ik versoek niets meer:
Dat soo ik hoor gy andere mind u leven,
Dan sal ik terstond het myne nemen weer.
|
|